Samenwerken op publieksdata zonder standaardisatie is als schaatsen zonder ijs
In gesprek met Loes Hoogenboom
9 min. lezen
Gijs Meijer, projectleider bij de Taskforce Publieksdata, is ervan overtuigd dat standaardisatie binnen de culturele sector een must is. “Samenwerken op publieksdata zonder standaardisatie is als schaatsen zonder ijs.” Loes Hoogenboom, die op verzoek van de taskforce een rapport over dit onderwerp schreef, is het daar helemaal mee eens. “Het kan niet zonder elkaar”. Ze spraken elkaar uitgebreid in Museum Escher in het Paleis in Den Haag.
Gijs: Als taskforce hebben we al veel gedaan. Workshops, individuele adviezen, samenwerking met steden, handleidingen over AVG en werken met publieksdata zijn daar voorbeelden van. Maar wat tot nu toe nog ontbrak was een visie op standaardisatie, terwijl dat essentieel is als je gaat samenwerken op publieksdata. Er zijn mooie voorbeelden, waaronder de Museumkaart, CJP en DIP. Daarbij wordt binnen een specifieke deelsector samengewerkt. Het rapport dat jij schreef gaat om standaardisatie over sectoren heen om gegevens te vergelijken en van elkaar te leren.”
Loes: “Dat klopt. Standaardisatie is vooral keuzes maken. Met welk doel standaardiseer je? Wat ga je vergelijken? Daarna kun je standaarden gaan ontwikkelen en data vergelijkbaar maken. Zonder die standaarden kun je er niet van leren. Alle initiatieven die er al zijn kunnen prima voort blijven bestaan. Een organisatie als DIP kan binnen de podiumsector eigen definities formuleren of eigen standaarden hebben. Maar daarnaast moet je op een ander niveau wél afspraken maken met andere deelsectoren. Alleen dan kunnen we ook over de sectoren heen iets zinvols zeggen over de hele culturele sector.”
“Op die manier kun je bijvoorbeeld ook vergelijken welk publiek een theater in Rotterdam trekt en wie het theater in Groningen bezoeken.”
“Inderdaad. Zonder standaardisatie kun je ook cijfers naast elkaar zetten, maar dan is het appels met peren vergelijken. Waar we naartoe moeten werken is dat iedereen begrijpt wat het doel is: overkoepelend iets zinnigs kunnen zeggen. Hoe een product door marketeers in de markt wordt gezet staat daar los van. Dat kan iedereen op zijn eigen manier doen. Maar aan de achterkant, om data vergelijkbaar te maken, moet je afspreken of iets bijvoorbeeld onder modern of cabaret valt.”
“Sommige mensen vrezen dat standaardisatie tot inlevering van autonomie leidt, dat je eenheidsworst krijgt. Dat is niet aan de orde. Autonomie en creatie blijven natuurlijk bestaan. Het gaat alleen over die (digitale) bezoekers. In het onderwijs en de zorg zijn er al enorme slagen gemaakt. Als het daar kan, dan moet het in de culturele sector ook lukken.”
De hoofdvraag is ‘wie is mijn publiek?’
Loes Hoogenboom
“Het lijkt me in ieder geval duidelijk dat als de sector er iets mee wil, dan moet er nú iets gebeuren.”
“1 plus 1 is 3, daar ben ik echt van overtuigd. Met elkaar kunnen we veel meer bereiken.”
“De samenwerking binnen de taskforce laat dat eigenlijk al zien. Daar zitten heel verschillende partijen om de tafel om het werken met publieksdata verder te brengen door, naast standaardisatie, allerlei projecten te initiëren en een drijvende kracht te zijn. Parallel aan het proces van standaardisatie binnen Nederland voeren we ook gesprekken binnen Europa. Het is heel leerzaam om te horen wat ze in Zweden doen, Spanje of Berlijn. Alles om er met elkaar nog beter in te slagen om het publieke belang van kunst en cultuur over het voetlicht te brengen. Standaardisatie is een onderwerp dat in heel Europa leeft”
“Klopt, het thema is ook over de grenzen heen relevant. Maar mijn rapport gaat over de afspraken die we hier in Nederland met elkaar kunnen maken. Wat ik nog belangrijk vind om te benadrukken, is dat het niet gaat om het afrekenen van organisaties of instellingen. Het gaat echt om inzicht. En wat je daarvan leert.”
“1 plus 1 is 3, daar ben ik van overtuigd. Met elkaar kunnen we veel meer bereiken”
Loes Hoogenboom
“Standaardisatie en meten is heel relevant, maar heeft niets met beoordelen te maken. De concurrentie in het veld wordt steeds groter, zeker met de toegenomen transparantie. Als de cultuursector niet meegaat, dan verlies je. Je moet nu schakelen. Zeker met digitaler worden. Als je niet meer datagedreven werkt, dan heb je gewoon een probleem. We gaan dit samen met sector doen, maar moeten er wel voor waken dat we niet blijven hangen in gesprekken. Het is tijd voor actie.”
“Ik denk dat een onafhankelijke partij dat voor elkaar kan krijgen en standaardisatie concreet kan maken. Dan heb je nog niets gebouwd, maar heb je wel een standaard ontwikkeld die je kunt gaan toepassen en doorontwikkelen. En daar is al heel veel mee gewonnen.”
“De kunst is vervolgens dat iedereen het meeneemt in de ongoing business. Dan is het voor iedereen behapbaar. Dus laten we zo snel mogelijk beginnen. Elk jaar dat we verliezen is zonde!”
Foto’s: Eveline van Egdom
Escher: symbool voor metamorfose
De culturele sector staat aan de vooravond van een metamorfose. Museum Escher in het Paleis was dan ook een mooie locatie voor dit gesprek. M.C. Escher transformeert een blanco vel papier tot zijn eigen oneindige werelden. Het onmogelijke wordt mogelijk. Van water dat omhoog stroomt tot vogels die in vissen transformeren. Zijn werk is geliefd en zijn metamorfoses wereldberoemd. Het is voor velen een laagdrempelige eerste kennismaking met kunst. Die tekening zijn ingewikkeld, maar heel goed doordacht en alles klopt. Loes: “Ik zie er ook een mooie link in naar digitalisering en standaardisatie. We moeten er niet angstig voor zijn, maar juist denken in oplossingen.”
escherinhetpaleis.nl